Een vernauwing van het wervelkanaal is een veel voorkomende aandoening, die zich meestal pas op oudere leeftijd manifesteert. In principe kan een vernauwing overal in de wervelkolom optreden, maar de meest voorkomende plaatsen zijn in de nek of onder in de rug.
De wervelkolom heeft een centrale plaats in het bewegingsapparaat. Hij bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels en het heiligbeen. Tussen twee wervellichamen ligt telkens een tussenwervelschijf. Deze schijven verhogen de elasticiteit en de bewegingsmogelijkheden van de wervelkolom.
Hoewel een vernauwing theoretisch op ieder niveau kan voorkomen, zijn voor de praktijk alleen de halswervelkolom en de lendenwervelkolom van belang. In de nek is er meestal sprake van een vernauwing tussen de 4e en 7e nekwervel, onder in de rug meestal tussen de 2e of 3e en de 5e lendenwervel. In de nek vindt door de vernauwing druk op het ruggenmerg plaats. Het ruggenmerg loopt naar beneden niet verder door dan de eerste lendenwervel; daaronder is er alleen nog sprake van een bundel zenuwvezels, de paardenstaart of cauda equina. Deze zenuwwortels worden door een vernauwing in de onderrug bekneld.
De klachten bij vernauwing van het wervelkanaal in de nek en bij vernauwing onder in de rug zijn verschillend:
Slijtage of degeneratie van de wervelkolom is een normaal proces dat bij iedereen in meerdere of mindere mate plaatsvindt. Bovendien hebben sommigen van zichzelf een nauwer wervelkanaal dan anderen. Tijdens het slijtageproces vindt verdikking plaats van de banden (ligamenten) tussen de wervels. Daarnaast treedt vergroting (verbreding en afplatting) op van de kleine tussenwervelgewrichtjes, die dakpansgewijs aan de achterzijde de verbinding tussen de wervelbogen vormen. Hierdoor wordt de ruimte voor de zenuwwortels steeds kleiner, vooral in het gootje waar de zenuwwortels het wervelkanaal verlaten. Soms draagt een uitpuilen van de tussenwervelschijf nog wat aan de vernauwing bij.
De afbeelding hierboven toont een dwarsdoorsnede door een lendenwervel. Bij A de normale situatie, bij B nadat door degeneratie vernauwing is ontstaan van het wervelkanaal. De uittredende zenuwen hebben veel minder ruimte.
Om aan te tonen dat de klachten inderdaad veroorzaakt worden door een vernauwing moet verder onderzoek gebeuren. Er zijn 3 soorten onderzoek die hiervoor in aanmerking komen:
Niet iedere kanaalstenose hoeft te worden geopereerd. Als de klachten echter aanzienlijk zijn en het sociale functioneren van de patiënt dreigen te verstoren terwijl de diagnose duidelijk is, dan is een operatie de enige manier om de patiënt van de klachten af te helpen. Ook hier valt weer een onderscheid te maken tussen een operatie op het niveau van de halswervelkolom of de lendenwervelkolom.
Afhankelijk van het feit of de meeste druk op het ruggenmerg ontstaat vanuit de voorzijde of de achterzijde van het ruggenmerg, en van de voorkeur van de operateur zijn er in principe twee benaderingen:
Alhoewel de risico’s zeer gering zijn, kan er altijd wat toename van neurologische uitval optreden, deze is meestal het gevolg van het moeten losmaken van een zenuw die lang in de knel gezeten heeft. Een ontsteking of niet goed genezende wond behoort ook tot de gebruikelijke risico’s.
Na de operatie wordt de patiënt verder behandeld door de fysiotherapeut. Deze geeft oefeningen om de rug weer belastbaar te maken en de patiënt weer op de been te krijgen. In het algemeen is het ontslag uit het ziekenhuis na een week, waarna de fysiotherapie thuis of in de praktijk wordt voortgezet. Poliklinische controle vindt 6 weken na operatie plaats, waarbij de belastbaarheid en het resultaat van de operatie op dat moment bekeken worden. Meestal krijgt de patiënt dan te horen dat hij wel weer zijn gang kan gaan en de belasting mag opvoeren.
Bij afdoende vrijlegging van het ruggenmerg of de zenuwwortels is het optreden van een nieuwe vernauwing vrijwel uitgesloten. In het geval van de halswervelkolom kan het nog wel eens noodzakelijk zijn de operatie aan beide kanten uit te voeren. Een en ander is afhankelijk van de individuele situatie en de voorkeur en het beleid van de neurochirurg.
Wilt u meer weten over hoe fysiotherapie kan helpen bij kanaalstenose ?
Behandeling veel voorkomende aandoeningen | Privacy policy | Afspraak maken
© Fysiotherapie Spijkenisse - Fotografie: Romy Koppers